De Torre d’heurne
 

Opgravingen.



Bij archeologische opgravingen, in het begin van de jaren ‘ 80, vond D. Callebaut in de onmiddellijke omgeving van de hoeve, scherven en houtresten die er op wezen dat de site reeds bewoond zou geweest zijn in de 11e en 12e eeuw. Daarenboven leek de toren aan de zuid-west-zijde op een fundering van Doornikse kalksteen te rusten. Het was dus logisch te veronderstellen dat de toren werd gebouwd op de resten van een vroegere, middel­eeuwse donjon.
 
Nieuw archeologisch onderzoek, uitgevoerd door N. Lemay en E. Roels in het najaar van 1999, toonde evenwel aan dat de toren niet op Doornikse steen was opge­trokken maar rustte op een gemetselde bakstenen funde­ring. De Doornikse kalksteenlaag bleek later te zijn ingewerkt. Deze laag van kalkstenen was niet breder dan 70 cm en rustte zelf op de dieper gelegen bakstenen fun­dering. Andere archeologische vondsten zoals muntstukken, speldjes, eet- en drinkgerei, gingen terug tot de 13e en 14e eeuw.

Enkele Vondsten.

Enkele belangrijke artifacten werden opgegraven in de toren,, in totaal waren er zeven vloerlagen in deze woontoren waarvan de oudste teruggaat tot de 14de eeuw.


Het meest merkwaardige en zeldzame artifact was een "tuimelaar" , dit is een onderdeel van een kruisboog en bestaat uit een kliksystem waarover de pees is gespannen samen met de pijl.  Dit kliksysteem heeft als hoofdonderdeel de tuimelaar.  Deze is gemaakt uit been.  Dit is een zeer zeldzame vondst en duidt op bewoning van militairen of ridders.

Verder werd er een twintagtal kilogram aan potschreven gevonden, vooral slipversiering en een kogelpot.  Bronzen speldjes, messen en enkele muntjes.


Resten van stenenpijpjes en een vrij intakte pijp in de vorm van een laars.

Een pijpje had een speciale markering " ookee maatie", blijkt duidelijk een oorsprong te hebben in Nederland .